dinsdag 24 maart 2015

Treinbeelden

In de jaren negentig (van de vorige eeuw) reisde ik veel met de trein. Opkomend fenomeen was toen het 'gratis krantje'. Metro, Spits! en De Dag (en nog meer varianten) zagen in die tijd het licht. Een hele verandering in het treinbeeld.

Later zat ik nog maar sporadisch in de trein, want ik werkte op scholen in mijn woonplaats. En wanneer ik in de trein zat, dan pakte ik natuurlijk een krantje mee. Dat was toen tevens een klacht: die krantjes lagen óveral. Door concurrentie en teruglopende reclame-inkomsten verdween een aantal van die gratis kranten weer van het toneel.

Door mijn nieuwe werk reis ik wederom veel met de trein. En wat valt me op: de gratis krant is er nog. Metro is vrijwel op alles stations aanwezig in grote stapels, de hele dag. Of er worden er meer gedrukt, of er worden er minder meegenomen, maar op elk moment van de dag zijn er voldoende exemplaren voor handen. Wat is er gebeurd?

Welnu, dat is eenvoudig. In de treinen heeft zich een verandering voltrokken. Daar waar reizigers eerst van papier lazen, is het nu al glas wat er blinkt. Men swypt, typt, apt er op los dat het een lieve lust is. Nieuws komt binnen via de lucht: via de provider of de gratis verbinding die NS aanbiedt. En de kranten staan nog meer onder druk. Het treinbeeld is wederom veranderd.

En dan trek ik de lijn door van de trein, via het perron naar buiten, naar de wereld om ons heen. Ook daar is het mobiele netwerk volop in bedrijf en is er vrijwel niemand meer offline. Op een paar plekken na, een soort vrijplaatsen voor de oude media. Scholen noemen we die. Daar hangen bordjes in de gang: verboden voor mobiele telefoons! Daar zijn speciale regels van kracht: een week lang de telefoon in de kluis bij gebruik in de klas!

Is dat in lijn met het doel van scholen: jonge mensen voorbereiden voor hun plek in de maatschappij? Hen vormen en voorzien van kennis, zodat zij de best mogelijk uitgangspositie hebben wanneer zij zelfstandig worden?
Is dat dan mét of zónder mobiele kennisdrager? Mét of zónder ongelimiteerd communicatiemiddel? Mét of zónder draadloos samenwerkingsapparaat?

Ik denk driemaal mét.

Het onderwijs verliest de verbinding met de wereld, zo lijkt het. En zo was het ook met de papieren krant in de trein. Langzaam maar zeker laten we ze links liggen en stappen over op het alternatief. Voor scholen een signaal mee te bewegen en op zoek te gaan naar alternatieve manieren om het onderwijs in te richten. Ik help ze graag de overstap te maken!

donderdag 26 februari 2015

Vervangt een notebook ooit het notitieblok?


Deze vraag stelde ik me na het lezen van een AD artikel dat ik toegezonden kreeg. Daarin kwam de directeur van Google Education aan het woord. Het artikel heeft als titel “De tablet is het nieuwe potlood”. Een interessant statement.

Tegelijkertijd zijn er andere ontwikkelingen. Kortgeleden namelijk was ik in Londen, op de BETT Show 2015. Daar woonde ik een presentatie bij van Microsoft waar nadruk werd gelegd op een opkomend probleem. Namelijk hoe verhouden schrijven en werken met digitale leermiddelen zich tot elkaar.

Wanneer je de redenering van de directeur van Google Education verder trekt, iets wat overigens niet in het artikel stond, dan zou je erop uit kunnen komen dat mensen nauwelijks meer schrijven. Dat alles via getypte, of 'geswipte', tekst gaat. Een voorbeeld is dit stukje: ik zit het te typen.

Maar waarom nog de handen gebruiken? Een alternatief is gesproken tekst omzetten naar tekst, een techniek die al langer bekend is (nieuwe ontwikkeling van Skype: gesproken tekst direct vertalen en naar gesproken tekst omzetten).

Microsoft zet in op de eerste twee werelden: die van de interactieve ‘surface’ gecombineerd met schrijven met een pen. Dat die laatste nog veel aandacht behoeft is wel duidelijk wanneer je zo’n stiftje ter hand neemt en duidelijk probeert te schrijven op een glad oppervlak. Dat valt lang niet mee. Dat pennetje, daar gaan ze bij Microsoft mee aan de slag. De wetenschappelijke onderbouwing werd tijdens de presentatie wel gegeven.

Wat zal het worden? Een tablet met een interactieve, intelligente pen die het handschrift verbetert? Gesproken tekst omzetten in geschreven tekst? Of blijven schrijven met pen en papier wanneer met het oog op ontwikkeling van hersenfuncties en fijne motoriek? Of iets wat we ons nog niet kunnen voorstellen?


Voor nu houd ik het bij typen. En straks een boodschappenlijstje krabbelen (en hopen dat ik het nog kan lezen in de supermarkt…)

maandag 5 januari 2015

De Deskundige Docent


Kennisnet vat het als volgt samen. "Om ict op een effectieve manier in te zetten, is deskundigheid onmisbaar. Leraren moeten over voldoende ict-vaardigheden beschikken om deze op een juiste manier in te kunnen zetten." Binnen deskundigheid zijn verschillende onderdelen onderscheiden: inhoud, techniek en didactiek.

Inhoudelijke deskundigheid
Een docent is deskundig op het gebied van zijn of haar vak. Dit is een aanname, maar een aan zekerheid grenzende aanname. De vraag is wel of docenten deskundig zijn om de vakinhoud anders uit te dragen dan via de conventionele, folio werkvormen. En in het verlengde daarvan: zijn docenten zelf bekwaam in de 21st century skills?

Technische deskundigheid
Met het laatste bedoel ik niet de vraag of docenten voldoende onderlegd zijn om met draden en snoeren aan de gang te gaan en zelf een digitale leeromgeving creëren. Dat is voorbehouden aan een selecte groep enthousiastelingen met affiniteit voor technische ontwikkelingen. Voor docenten zou het beoordelen van technologische noviteiten op bruikbaarheid voldoende moeten zijn, maar voelen docenten zich voldoende eigenaar van het onderwijsproces? Hebben zij invloed op of zeggenschap over vernieuwingen binnen hun school?

Didactische deskundigheid
Voortvloeiend uit de vorige vragen: bekwaam in 21st century skills en eigenaarschap kom ik op de 'core business' van docenten: leerlingen laten leren. Ik noem het expliciet zo, want 'les geven' of 'onderwijzen' krijgt pas betekenis wanneer leerlingen leren. Voor docenten is het de uitdaging om de juiste wijze te vinden, de juiste didactische strategie. Het is niet verrassend om te stellen dat wanneer je een didactische strategie kiest en rekening houdt met het belang om aan te sluiten bij de belevingswereld van de leerling (Marzano), dan kun je er niet omheen dat ICT een rol moet hebben. Leerlingen (of jonge mensen in het algemeen) groeien op in wereld die bol staat van technologie (kennismaatschappij), anders dan hoe docenten zijn opgegroeid (industriële maatschappij). Dit heeft invloed op de mindset van docenten ten aanzien van technologie in vergelijking met die van leerlingen. Zijn docenten zich hier voldoende van bewust? Weten zij hoe leerlingen denken over ICT in het onderwijs (vgl. motivatietheorie van  Deci en Chandler)?

De docent die deskundig is binnen 'Leren & ICT' is dit op drie terreinen: inhoud, techniek en didactiek. Daarnaast beheert hij of zij de vaardigheden die van belang zij voor de leerlingen om te kunnen functioneren in de kennismaatschappij (21st century skills). Om de leerlingen met ICT op de juiste manier te kunnen bedienen is de keuze van de juiste toepassingen in relatie met de inhoud van belang... In het volgende blog een praktische handreiking hiervoor.