maandag 5 januari 2015

De Deskundige Docent


Kennisnet vat het als volgt samen. "Om ict op een effectieve manier in te zetten, is deskundigheid onmisbaar. Leraren moeten over voldoende ict-vaardigheden beschikken om deze op een juiste manier in te kunnen zetten." Binnen deskundigheid zijn verschillende onderdelen onderscheiden: inhoud, techniek en didactiek.

Inhoudelijke deskundigheid
Een docent is deskundig op het gebied van zijn of haar vak. Dit is een aanname, maar een aan zekerheid grenzende aanname. De vraag is wel of docenten deskundig zijn om de vakinhoud anders uit te dragen dan via de conventionele, folio werkvormen. En in het verlengde daarvan: zijn docenten zelf bekwaam in de 21st century skills?

Technische deskundigheid
Met het laatste bedoel ik niet de vraag of docenten voldoende onderlegd zijn om met draden en snoeren aan de gang te gaan en zelf een digitale leeromgeving creëren. Dat is voorbehouden aan een selecte groep enthousiastelingen met affiniteit voor technische ontwikkelingen. Voor docenten zou het beoordelen van technologische noviteiten op bruikbaarheid voldoende moeten zijn, maar voelen docenten zich voldoende eigenaar van het onderwijsproces? Hebben zij invloed op of zeggenschap over vernieuwingen binnen hun school?

Didactische deskundigheid
Voortvloeiend uit de vorige vragen: bekwaam in 21st century skills en eigenaarschap kom ik op de 'core business' van docenten: leerlingen laten leren. Ik noem het expliciet zo, want 'les geven' of 'onderwijzen' krijgt pas betekenis wanneer leerlingen leren. Voor docenten is het de uitdaging om de juiste wijze te vinden, de juiste didactische strategie. Het is niet verrassend om te stellen dat wanneer je een didactische strategie kiest en rekening houdt met het belang om aan te sluiten bij de belevingswereld van de leerling (Marzano), dan kun je er niet omheen dat ICT een rol moet hebben. Leerlingen (of jonge mensen in het algemeen) groeien op in wereld die bol staat van technologie (kennismaatschappij), anders dan hoe docenten zijn opgegroeid (industriële maatschappij). Dit heeft invloed op de mindset van docenten ten aanzien van technologie in vergelijking met die van leerlingen. Zijn docenten zich hier voldoende van bewust? Weten zij hoe leerlingen denken over ICT in het onderwijs (vgl. motivatietheorie van  Deci en Chandler)?

De docent die deskundig is binnen 'Leren & ICT' is dit op drie terreinen: inhoud, techniek en didactiek. Daarnaast beheert hij of zij de vaardigheden die van belang zij voor de leerlingen om te kunnen functioneren in de kennismaatschappij (21st century skills). Om de leerlingen met ICT op de juiste manier te kunnen bedienen is de keuze van de juiste toepassingen in relatie met de inhoud van belang... In het volgende blog een praktische handreiking hiervoor.

maandag 15 december 2014

ICT? Not in my backyard!

Onderwijs en ICT komen steeds vaker samen in innovatieve trajecten op scholen. Gestimuleerd door de overheid en gefaciliteerd door bijvoorbeeld een instelling als Kennisnet gaan voortrekkers aan de slag om implementatie in de klaslokalen voor elkaar te krijgen. Veelal volgens het schema ‘vier in balans’: visie, deskundigheid, inhoud en toepassingen en infrastructuur. Ondanks de goede wil strandden trajecten in een teleurstelling.

Volledig?
Vanuit de school bezien is deze onderverdeling in vier segmenten een volledige. Aan de voorwaarden voor de organisatie wordt voldaan, maar de volgorde is bepalend voor het succes: beginnen bij de visie en eindigen bij de techniek. Door eerst de technische vraagstukken aan te pakken en af te sluiten met de visie organiseert men een teleurstelling. De praktijk is dat dit vaak gebeurt.

Not in my backyard!
Deze teleurstelling uit zich in een negatieve houding: ik heb nergens om gevraagd en ik zit er niet op te wachten. Een logisch gevolg, want door bij de techniek te starten zijn de deelnemers van het veranderingsproces niet betrokken geraakt. Wie had er ook alweer gevraagd om meer ICT in de les?

Leerlingen?
Waren het de leerlingen? Leerlingen schatten hun eigen ICT vaardigheden hoog in: ze zijn digitaal gemobiliseerd en werken dagelijks autonoom volgens het principe ‘bring your own device anywhere’. Een school die hun communicatiemiddel wil incorporeren in het onderwijsprogramma is niet per definitie in hun ogen de beste school. Liever met rust laten, dat is hun wens, want ze regelen ICT zaken zelf wel.

Docenten?
De docenten dan, hebben die profijt van ICT in de les? Docenten lopen het risico op de een of de andere manier te maken te krijgen met een ruil: (een deel van de) boeken eruit en een ‘device’ erin. Dat is geen overtuigende route. Docenten willen namelijk niet ruilen, ze willen kiezen. Ze willen bepalen wat in specifieke situaties kan werken, en wat niet. Dat kan alleen in een omgeving waar experimenteren en overleg zijn toegestaan. Zo’n omgeving verdraagt geen extern opgelegde keuzes of overhaaste beslissingen.

Het landschap
Een verandering heeft kans van slagen wanneer een groep de verandering omarmt en de inschatting maakt dat het iets positiefs brengt. Het moet aan het einde van de rit meer opleveren dan dat het kost. Dat principe geldt niet alleen voor alle technologische ontwikkelingen, maar ook voor veranderingen in een klas. Een kleine groep (innovators & early adaptors) is bereid om het avontuur aan te gaan, maar de groep wordt pas groter wanneer de succesverhalen komen.

De horizon
Wil je verder komen dan de achtertuin? Ga in gesprek met de betrokkenen (leerlingen en docenten) en bepaal met hen de visie (waarom ga je op reis?). De visie is het kompas.

Volgende halte: deskundigheid…